Hoe Lang Duurt Herstel Vitamine D Tekort?
Hoe lang duurt het herstel van vitamine D tekort? – Bij een tekort is het belangrijk dat je veel naar buiten gaat en vaker dineert met een vette vis als hoofdgerecht. De duur van het herstel is afhankelijk van je leeftijd en hoe laag het vitamine D gehalte in het bloed is,
Wat is een ernstig vitamine D-tekort?
In zeldzame, zeer ernstige gevallen kan een vitamine-D-tekort leiden tot ernstigere aandoeningen: Verweking van botten en botontkalking (osteoporose) bij volwassenen. Een langdurig en ernstig vitamine-D-tekort kan leiden tot het verweken van botten (osteomalacie).
Hoe lang duurt het tot vitamines werken?
Binnen enkele uren. Op een biologisch level werken vitaminen eigenlijk heel snel, zegt diëtist Carrie Ruxton tegen Netdoctor. Binnen een paar uur heeft je lichaam de stoffen uit een vitaminesupplement opgenomen, en beginnen bijvoorbeeld antioxidanten al te werken.
Wat is een Stootkuur vitamine D?
Vitamine D-suppletie
Algemene risicogroepen voor vitamine D-gebrek zijn kleine kinderen, mensen met een donkere huid, mensen met een bedekte huid of die (‘s middags) niet buiten komen, postmenopauzale vrouwen en ouderen. Deze risicogroepen moeten extra vitamine D gebruiken, tenzij er overtuigende aanwijzingen zijn dat dit niet nodig is. De huisarts kan zich het best inspannen voor: multimorbide ouderen, mensen met lever- of nierinsufficiëntie, en patiënten met klachten die op deficiëntie kunnen wijzen. Gezien de hoge prevalentie van vitamine D-deficiëntie en de matige betrouwbaarheid van de bepaling is het verstandig om terughoudend te zijn met het bepalen van vitamine D-spiegels. De adviesdosering van vitamine D is 10 microg per dag bij mensen tot 70 jaar en 20 microg per dag bij ouderen. Gezien de slechte therapietrouw kunnen hogere doseringen nodig zijn. Bij ernstig vitamine D-gebrek en gerelateerde klachten kunnen patiënten een oplaaddosering krijgen van 10.000 IE (250 microg) per dag gedurende 10 dagen of 25.000 IE (625 microg) per week gedurende 6 tot 8 weken.
Het in 2012 verschenen advies van de Gezondheidsraad over de gewenste vitamine D-inname in Nederland wordt nog niet op grote schaal gevolgd. Het doel van deze nascholing is om vanuit een huisartsgeneeskundig perspectief nader in te gaan op dit advies.
Eerst vat ik samen wat er bekend is over vitamine D. Vervolgens bespreek ik op welke patiëntengroepen de huisarts zich voor suppletie van vitamine D het best zou kunnen richten, de plaatsbepaling van het diagnostisch bloedonderzoek en de suppletiemogelijkheden. Tabel 1 Patiëntengroepen die volgens het advies van de Gezondheidsraad in aanmerking komen voor suppletie van vitamine D en de onderbou * De Gezondheidsraad formuleert dit als een preventief advies.
Daarmee bedoelt deze dat er aanwijzingen zijn dat dit verstandig is, maar dat er onvoldoende bewijs is voor de effectiviteit van dit advies. Er is daardoor ruimte voor een persoonlijke afweging. Vitamine D 3 (25-OH-D) is een vetoplosbaar prohormoon dat in zowel de lever als in de nier gehydroxileerd wordt tot het biologisch actieve calcitriol.
Vitamine D bestaat in een dierlijke vorm (cholecalciferol, vitamine D 3 ) en een plantaardige vorm (ergocalciferol, vitamine D 2 ), waarbij de dierlijke vorm de belangrijkste is. Bij verrijking van voedingsmiddelen heeft men vitamine D 2 grotendeels vervangen door (synthetisch) vitamine D 3, mede omdat vitamine D 3 een sterkere werking heeft dan D 2,
Vitamine D bevordert zowel de absorptie van calcium en fosfaat in de darmen als de heropname in de nieren, en remt de afgifte van parathormoon uit de bijschildklier. De dosering van vitamine D moeten we tegenwoordig uitdrukken in microg/l en niet langer in de nog veelgebruikte Internationale Eenheid (IE) – zie voor de omrekening.
- Tabel 2 Omrekening van vitamine D3 van Internationale Eenheden (IE) naar microgram Vitamine D 3 wordt onder invloed van ultraviolet licht geproduceerd in de huid als de zon hoog genoeg staat.
- In Nederland is dit alleen het geval van ongeveer maart tot en met september.
- Zowel een oudere huid als een donkere huid maakt onder invloed van de zon minder snel vitamine D aan dan een jongere, lichte huid.
Vitamine D 3 zit op beperkte schaal in bepaalde voedingsbronnen (vette vis, lever, vlees en melkproducten) en wordt in Nederland toegevoegd aan margarine, halvarine en bak- en braadproducten. De gemiddelde inname van vitamine D uit de voeding is minder dan 5 microgram per dag, is lager bij niet-westerse allochtonen en dekt de dagelijkse behoefte niet.
Vitamine D-gebrek leidt tot rachitis bij kinderen en osteomalacie en botverlies bij volwassenen. Het kan ook spierzwakte en spierkrampen veroorzaken. Er zijn aanwijzingen dat vitamine D-gebrek het valrisico verhoogt en dat vitamine D-suppletie het valrisico vermindert als er een gebrek is. Ook heeft onderzoek aangetoond dat vitamine D-gebrek samenhangt met diverse andere aandoeningen en zelfs sterfte.
Tot nu toe is daarbij echter geen causaal verband aangetoond en is er geen bewijs dat suppletie van vitamine D het risico op die aandoeningen of sterfte kan verminderen. Onvoldoende blootstelling aan de zon, te lage inname via de voeding, aandoeningen die de opname remmen of ziektes die de omzetting naar de actieve metaboliet remmen (nier- en leverziekten) zijn oorzaken van vitamine D-gebrek.
- Mensen met overgewicht hebben vaker vitamine D-gebrek; daarbij speelt een rol dat vitamine D een vetoplosbare vitamine is.
- Ook is er een omgekeerde relatie tussen vitamine D-spiegels en calciuminname via de voeding, vermoedelijk omdat er bij een lage calciuminname meer vitamine D wordt gebruikt.
- Bij 2609 ouderen van 55 tot 85 jaar had 46,2% een vitamine D-spiegel lager dan 50 nmol/l en 17,5% een spiegel lager dan 30 nmol/l.
Bij niet-westerse immigranten bleek ernstig vitamine D-gebrek ( Ook bij niet-westerse zwangeren komt vitamine D-gebrek vaak voor. De Gezondheidsraad stelt dat een spiegel lager dan 30 nmol per liter schadelijk kan zijn voor het skelet en dat het aannemelijk is dat een spiegel van 50 nmol per liter voor de meeste mensen voldoende is.
- De raad adviseert om bij jongeren een grens van 30 nmol/l aan te houden en bij ouderen een grens van 50 nmol/L.
- Er is echter onvoldoende bewijs om die grens met zekerheid vast te stellen.
- Er is veel discussie over deze normaalwaarden, waarbij sommigen ervoor pleiten om de normaalwaarden naar boven bij te stellen terwijl anderen deze juist naar beneden willen aanpassen.
Inmiddels is er wereldwijd een aantal zeer grote placebogecontroleerde onderzoeken gaande om deze kwestie nader uit te zoeken. De resultaten daarvan verwacht men in de periode van 2017 tot 2020. De vitamine D-spiegel is seizoensafhankelijk. Gemiddeld daalt de spiegel in de winter met 10 nmol per liter.
Sommige laboratoria houden daarom in de zomer een grenswaarde van 70 nmol per liter aan. Hiervoor is geen wetenschappelijke onderbouwing. Het is heel goed mogelijk dat de seizoensinvloed bij mensen met een vitamine D-gebrek minder groot is. In hoeverre een inadequate spiegel in de winter schadelijk is bij goede waarden in de zomer is ook niet bekend.
Sinds de invoering van suppletie van vitamine D is rachitis bij zuigelingen en jonge kinderen vrijwel geheel verdwenen. Gegevens over symptomen en aandoeningen door een ernstig vitamine D-tekort bij (jong)volwassenen zijn beperkt tot incidentele meldingen van stuipen bij pasgeborenen van moeders met ernstig vitamine D-gebrek, en spierpijn, spierkrampen, spierzwakte of vermoeidheid en osteomalacie bij donkere en/of gesluierde vrouwen.
Suppletie van vitamine D (3750 microg, eenmalig oraal) bij niet-westerse allochtonen met een vitamine D-gebrek ( Bij postmenopauzale vrouwen en ouderen zijn er aanwijzingen dat vitamine D in combinatie met calcium zowel botverlies als fracturen kan voorkomen. Ook zijn er aanwijzingen voor vermindering van vallen en verbetering van spierkracht bij ouderen met een vitamine D-deficiëntie.
Suppletie van vitamine D om vallen, botverlies en fracturen te voorkomen is vermoedelijk niet zinvol als er geen vitamine D-deficiëntie ( De Gezondheidsraad adviseert suppletie voor alle kinderen tot 4 jaar en alle ouderen vanaf 70 jaar, omdat vitamine D-deficiëntie bij hen vaak voorkomt en er veel aanwijzingen zijn voor een gunstig effect.
Ook patiënten met een absorptiestoornis, lever- of nierinsufficiëntie hebben een verhoogd risico op vitamine D-deficiëntie en komen in aanmerking voor suppletie. Dit geldt ook voor patiënten die corticosteroïden, bisfosfonaten, andere botsparende geneesmiddelen of anti-epileptica gebruiken. Uit recent onderzoek blijkt dat de kans op vitamine D-deficiëntie bij ouderen op grond van risicofactoren goed te voorspellen is.
Dit laat ruimte om bij vitale ouderen die veel buiten komen en geen andere risicofactoren voor vitamine D-gebrek hebben een andere afweging te maken en wellicht niet of alleen in de winter te suppleren of om bij twijfel de vitamine D-spiegel te meten.
- Daarnaast zijn er groepen die een sterk verhoogde kans hebben op vitamine D-gebrek, maar waarbij de mate van gezondheidswinst grotendeels onbekend is.
- Hiertoe behoren niet-westerse allochtonen, niet-westerse zwangeren en (jong)volwassenen die niet buitenkomen of hun huid grotendeels bedekken.
- De Gezondheidsraad adviseert deze mensen om voor de zekerheid vitamine D-supplementen te nemen (preventief advies), maar laat ruimte voor een andere afweging.
Het gaat hier om risicogroepen die niet vaak bij de huisarts komen. Vermoedelijk kan men deze groepen beter op een andere manier bereiken. Wél dient de huisarts er bij deze patiëntengroepen rekening mee te houden dat sommige klachten (spierzwakte, spierkrampen, atypische bot- en gewrichtspijnen en frequent vallen) veroorzaakt kunnen worden door vitamine D-gebrek.
Ook vrouwen vanaf 50 jaar dienen volgens het Gezondheidsraadsadvies vitamine D te gebruiken, omdat veel onderzoeken aantonen dat de gecombineerde suppletie van calcium en vitamine D in deze groep botverlies vermindert. Ook dit is een zogenaamd preventief advies met een onvolledige onderbouwing. Als we de redelijk conservatieve Gezondheidsraadsadviezen opvolgen, moeten grote groepen mensen vitamine D-supplementen gaan gebruiken, terwijl het wetenschappelijke bewijs daarvoor niet sluitend is.
Vanuit pragmatisch oogpunt valt voor huisartsen te overwegen actief vitamine D-suppletie na te streven bij patiënten met wie hij geregeld contact heeft en voor wie het aannemelijk is dat zij daarbij baat hebben: multimorbide ouderen, patiënten met nier- of leverproblemen, patiënten met osteoporose en patiënten met klachten die mogelijk worden veroorzaakt door vitamine D-gebrek.
Om de suppletie gestructureerd te organiseren, kan de huisarts deze combineren met het uitdelen van de griepvaccinaties of het uitvoeren van medicatiereviews. Verder kan hij ook afspraken maken met apotheken en verzorgingstehuizen om vaker gestructureerd vitamine D-supplementen aan te bieden. Bij andere groepen kan hij informatie verschaffen als patiënten hierom vragen.
De belangrijkste beperking van de bepaling van de vitamine D-spiegel is de hoge prevalentie van vitamine D-deficiëntie. Als een arts vitamine D-gebrek aantoont, kan dat een toevalsbevinding zijn. Daarnaast is de bepaling niet erg betrouwbaar. De Gezondheidsraad adviseert een zonexpositie van het gezicht, de nek en de handen tijdens dagelijkse activiteiten van 15 tot 30 minuten per dag als de zon op zijn hoogst staat.
Als er aanvulling nodig is, adviseert de raad 10 microg per dag bij mensen jonger dan 70 jaar en 20 microg per dag bij ouderen om bloedspiegels te bereiken van respectievelijk 30 nmol/l en 50 nmol/l. Een suppletie van 20 microg per dag of een driemaandelijkse dosis van 25.000 microg bij niet-westerse allochtonen met een vitamine D-deficiëntie gaf slechts in 75% van de gevallen spiegels van meer dan 30 nmol/l.
Na een jaar was de helft van de proefpersonen onder deze grenswaarde gedaald, vermoedelijk door therapietrouwproblemen. Bij bewoners van verpleeg- en verzorgingstehuizen aan wie de medicatie werd uitgedeeld bleek in 90% van de gevallen een dagdosering van respectievelijk 15 en 20 microg/l na enkele maanden voldoende.
Vooral als er klachten zijn of er een duidelijke indicatie voor de suppletie is, kan de huisarts bij (vermoedelijke) therapietrouwproblemen, ernstig overgewicht of absorptieproblemen overwegen om na een aantal maanden – door vitamine D-bepaling – te controleren of de suppletie afdoende is of moet worden opgehoogd.
Bij een ernstig vitamine D-gebrek ( Een gemiddelde dagdosering tot aan 100 microg per dag bij volwassenen acht men veilig. Langdurige overmatige vitamine D-suppletie kan ernstige hypercalciëmie veroorzaken. Twee onderzoeken zagen meer heupfracturen en vallen na een eenmalige hoge dosering van 12.500 microg en 7500 microg vitamine D.
Daarbij zou het om een toxisch effect van vitamine D kunnen gaan. De CBO-richtlijn osteoporose en fractuurpreventie adviseert om bij lage vitamine D-spiegels en symptomen van vitamine D-deficiëntie een 10-daagse stootkuur van 250 microg per dag te geven. Uit onderzoek in de tweede lijn bij patiënten met vitamine D-gebrek bleek dat een oplaaddosis van 625 microg per week gedurende 6 tot 8 weken veilig is.
Vitamine D is zonder recept verkrijgbaar, maar veel van deze potjes bevatten een te lage dosering. Ook de meeste multivitaminepreparaten bevatten te weinig vitamine D. Tegelijkertijd zijn er via internet diverse preparaten met soms zeer hoge doseringen te bestellen.
- De beschikbaarheid van al deze verschillende preparaten verhoogt de kans op dubbelgebruik en overdosering.
- Vitamine D op recept is voor dagelijks gebruik verkrijgbaar in tabletten van 10 microg en 20 microg, en in capsules van 70 microg en 140 microg voor gebruik eenmaal per week.
- Er is cholecalciferoldrank in een waterige oplossing beschikbaar met een concentratie van 1250 microg per milliliter.
Dit is momenteel het goedkoopste preparaat dat wordt vergoed. Het nadeel van deze oplossing is echter dat er makkelijk doseerfouten kunnen ontstaan. Daarnaast is er een cholecalciferoloplossing in olie beschikbaar in losse ampullen van respectievelijk 625 microg en 2500 microg.
- Ook zijn er combinatiepreparaten met zowel calciumcarbonaat als calciumcitraatbruisgranulaat, waarbij een calciumdosering van 500 of 1000 mg gecombineerd wordt met respectievelijk 20 microg en 22 microg vitamine D 3,
- De ziektekostenverzekering vergoedt sommige producten die alleen op recept verkrijgbaar zijn.
Vitamine D-gebrek veroorzaakt rachitis en osteomalacie, kan spierzwakte en spierkrampen geven, en hangt samen met vallen en fracturen. Zonder deficiëntie is suppletie niet zinvol. Zuigelingen en ouderen dienen altijd een supplement te gebruiken. De Gezondheidsraad adviseert dagelijks ‘s middags ten minste 15 tot 30 minuten met blote handen, nek en gezicht in de zon te komen of anders een supplement te gebruiken.
- Ook vrouwen vanaf 50 jaar en mensen met een verhoogd risico op vitamine D-gebrek (donkere huid) krijgen het advies om preventief extra vitamine D te nemen.
- De onderbouwing bij deze laatstgenoemde groepen is echter minder sterk.
- Ook is niet bekend wat het risico is van suboptimale spiegels of van periodiek vitamine D-gebrek in de winter.
Ouderen, patiënten met klachten die wellicht door vitamine D-gebrek worden veroorzaakt en patiënten die advies vragen omtrent suppletie zijn voor de huisarts de belangrijkste groepen. Daarnaast komen patiënten met een absorptiestoornis of lever- of nierinsufficiëntie in aanmerking voor vitamine D-suppletie.
1. Gezondheidsraad. Evaluatie van de voedingsnormen voor vitamine D. Den Haag: Gezondheidsraad; 2012, publicatienr.2012/15. 2. Chel VGA, Elders PJM, Tuijp MLM, Van de Berg HH, Drongelen KI, Siedenburg RC, et al. Vitamine D-suppletie bij ouderen: advies en praktijk. Ned Tijdschr Geneeskd 2013;157:A5779. 3. Kruizinga AG, Westenbrink S, Van Bosch LMC, Jansen MCJF. De inneming van omega-3- en -6-vetzuren van vitamines A, D en E bij jongvolwassenen. Aanvullende berekeningen op basis van Voedselconsumptiepeiling 2003. Zeist: TNO Kwaliteit van Leven V7451, 2007. 4. Palsma AH, Nicolau M, Van Dam RM, Stronks K. De voeding van Turkse en Marokkaanse Nederlanders in de leeftijd van 18-30 jaar. Prioriteiten voor voedingsinterventies. Tijdschr Sociale Geneesk 2006; 84:415-21. 5. Gillespie LD, Robertson MC, Gillespie WJ, Sherrington C, Gates S, Clemson LM, et al. Interventions for preventing falls in older people living in the community. Cochrane Database Syst Rev 2012;9:CD007146. 6. Cameron ID, Gillespie LD, Robertson MC, Murray GR, Hill KD, Cumming RG, et al. Interventions for preventing falls in older people in care facilities and hospitals. Cochrane Database Syst Rev 2012;12:CD005465. 7. Schöttker B, Jorde R, Peasey A, Thorand B, Jansen EHJM, De Groot L, et al. Vitamin D and mortality: meta-analysis of individual participant data from a large consortium of cohort studies from Europe and the United States. BMJ 2014;348:g3656. 8. Lips P. Interaction between vitamin D and calcium. Scand J Clin Lab Invest 2012;243:60-4. 9. Van Schoor NM, Knol DL, Deeg DJH, Peters FPAMN, Heijboer AC, Lips P. Longitudinal changes and seasonal variations in serum 25-hydroxyvitamin D levels in different age groups: results of the Longitudinal Aging Study Amsterdam. Osteoporos Int 2014;25:1483-91. 10. Wicherts IS, Boeke AJP, Van der Meer M, Van Schoor NM, Knol DL, Lips P. Niet-westerse immigranten met vitamine D-gebrek. Huisarts Wet 2012;55:554-7. 11. Van der Meer IM, Karamali NS, Boeke AJ, Lips P, Middelkoop BJ, Verhoeven I, et al. High prevalence of vitamin D deficiency in pregnant non-Western women in The Hague, Netherlands. Am J Clin Nutr 2006;84:350-3. 12. Heaney RP, Holick MF. Why the IOM recommendations for vitamin D are deficient. J Miner Res 2011;26:455-7. 13. Reid IR, Bolland MJ. Skeletal and nonskeletal effects of vitamin D: is vitamin D a tonic for bone and other tissues? Osteoporos Int 2014;25:2347-57. 14. Kupferschmidt K. Uncertain verdict as vitamin D goes on trial. Science 2012;337:1476-8. 15. Gezondheidsraad. Naar een toereikende inname van vitamine D. Den Haag: Gezondheidsraad, 2008. Publicatienr.2008/15. 16. Schreuder F, Bernsen RM, Van der Wouden JC. Vitamine D bij pijn van het bewegingsapparaat. Huis Wet 2013;56:310-3. 17. Lips P, Bouillon R, Van Schoor NM, Vanderschueren D, Verschueren S, Kuchuk N, et al. Reducing fracture risk with calcium and vitamin D. Clin Endocrinol 201;73:277-85. 18. Stockton KA1, Mengersen K, Paratz JD, Kandiah D, Bennell KL. Effect of vitamin D supplementation on muscle strength: a systematic review and meta-analysis. Osteoporos Int 2011;22:859-71. 19. Bolland MJ, Grey A, Gamble GD, Reid IR. Vitamin D supplementation and falls: a trial sequential meta-analysis. Lancet Diabetes Endocrinol 2014;2:573-80. 20. Reid IR, Bolland MJ, Grey A. Effects of vitamin D supplements on bone mineral density: a systematic review and meta-analysis. Lancet 2014;383:146-55. 21. Avenell A, Gillespie WJ, Gillespie LD, O’Connell D. Vitamin D and vitamin D analogues for preventing fractures associated with involutional and post-menopausal osteoporosis. Cochrane Database Syst Rev 2009;2:CD000227. 22. CBO. Richtlijn Osteoporose en fractuurpreventie, derde herziening (2011)., 23. Werkgroep Richtlijnen Epilepsie. Richtlijnen behandeling en diagnostiek van epilepsie. Utrecht: Nederlandse Vereniging voor Neurologie, 2006. http//www.artsennet.nl/Richtlijnen/Richtlijn/42980/Diagnostiek-en-behandeling-van-epilepsie. 24. Sohl E, Heymans MW, De Jongh RT, Den Heijer M, Visser M, Merlijn T, et al. Prediction of vitamin D deficiency by simple patient characteristics. Am J Clin Nutr 2014;99:1089-95. 25. Lai JKC, Lucas RM, Banks E, Ponsonby AL; Ausimmune Investigator group. Variability in vitamin D assays impairs clinical assessment of vitamin D status. Intern Med J 2012;42:43-50. 26. Chel V, Wijnhoven HA, Smit JH, Ooms M, Lips P. Efficacy of different doses and time intervals of oral vitamin D supplementation with or without calcium in elderly nursing home residents. Osteoporos Int 2008;19:663-71. 27. Van den Bergh J, Van Geel T, Geusens P. Ter discussie. Bij alle fractuurpatiënten vitamine D bepalen? Ned Tijdschr Geneeskd 2010;154:A1758. 28. Scientific Committee on Food. Scientific Panel on Dietetic Products, Nutrition and Allergies. Tolerable upper intake levels for vitamins and minerals. Parma: European Food Safety Authority, 2006. 29. Sanders KM, Stuart AL, Williamson EJ, Simpson JA, Kotowicz MA, Young D, et al. Annual high-dose oral vitamin D and falls and fractures in older women: a randomized controlled trial. JAMA 2010;303:1815-22. 30. Smith H, Anderson F, Raphael H, Maslin P, Crozier S, Cooper C. Effect of annual intramuscular vitamin D on fracture risk in elderly men and women – a population-based, randomized, double-blind, placebo-controlled trial. Rheumatology (Oxford) 2007;46:1852-7. 31. Van Groningen L, Opdenoordt S, Van Sorge A, Telting D, Giesen A, De Boer H. Cholecalciferol loading dose guideline for vitamin D-deficient adults. Eur J Endocrinol 2010;162:805-11.
: Vitamine D-suppletie
Kan je moe zijn door vitamine D-tekort?
U herkent een vitamine D-tekort onder andere aan: Vermoeidheid en tekort aan energie. Spierpijn. Zwakkere botten.
Hoe laag mag vitamine D zijn?
Vitamine D waarde te laag – Een tekort aan vitamine D ontstaat doordat we te weinig in contact staan met de Uv-straling van de zon. De zonnestralen die op onze huid neerdalen zorgen namelijk voor het merendeel (minimaal 90 procent) van de vitamine D waarde in ons gestel.2 Voeding zoals vette vis, vlees en eieren verzorgen de resterende 10 procent.
Het moderne leven – waarin werk geregeld de meeste tijd opvult – biedt maar sporadisch de mogelijkheid om de zon onder ogen te komen, Daar komt nog eens bij dat de zon maar een bescheiden deel van het jaar (5 maanden) sterk genoeg schijnt om aan toereikende D-waarden te komen. En dan zijn er ook nog mensen die baat hebben bij een verhoogde vitamine D inname, zoals senioren, mensen met een donkere huidskleur, binnenmensen of gesluierden.
Al met al dus omstandigheden genoeg waardoor een tekort aan de zonnevitamine kan ontstaan.2 Geïnteresseerd in meer informatie naar een D-tekort? Eerder behandelden we, In Europa is er consensus over een minimum vitamine D-waarde van 50 nmol/L en een streefwaarde van 75 nmol/L.3 Alles onder de 50 is te bestempelen als een tekort. Naar ons idee zijn deze streef- en minimumwaarde iets te voorzichtig opgesteld, vooral gezien het gezondheidsbelang en de veiligheid van de zonnevitamine.4 Daarbij komt dat deze waarden een gemiddelde beslaan, zonder rekening te houden met eerder genoemde specifieke doelgroepen.
Waarom vitamine DS avonds innemen?
Supplementen met vitamine D & E: het beste tijdens je maaltijd innemen – De vitamines D en E zijn in vet oplosbaar. Dat betekent dat jouw lichaam ze beter opneemt in combinatie met een beetje vet. Daarom kun je deze supplementen het beste tijdens (of net na) je maaltijd innemen.
Want in jouw ontbijt, lunch of avondeten zit vaak (een beetje) vet. Dus: vitamines die in vet oplossen, neem je in met een beetje vet. Wist je dat: het bij sommige voedingssupplementen beter is om ze niet in combinatie met de voeding in te nemen? Het wordt aangeraden om aminozuren, zoals L-Tryptofaan en Taurine, op een lege maag in te nemen.
Zo voorkom je competitie met andere aminozuren.
Waarom 1x per week vitamine D?
Hoe gebruik je Davitamon Vitamine D – 1 per week? – Davitamon Vitamine D – 1 Per Week, is een voedingssupplement met vitamine D3 (cholecalciferol), waarvan je één keer per week één tablet inneemt om een dagelijkse hoeveelheid vitamine D binnen te krijgen.
- Het is speciaal ontwikkeld voor iedereen met een verhoogde behoefte aan vitamine D, maar er niet dagelijks aan denkt om een tablet of druppels in te nemen.
- Vitamine D is een vetoplosbare vitamine en wordt opgeslagen in de lichaamsreserves.
- Je lichaam zorgt er zelf voor dat een dosering dagelijks wordt vrijgegeven aan je lichaam.
Je kan er daarom voor kiezen om één keer per week vitamine D in te nemen, als aanvulling op de voeding. Geef je toch de voorkeur aan dagelijkse inname van Vitamine D? Probeer dan één van onze andere vitamine D producten in de vorm van smelttabletten of druppels.
Kan je hoofdpijn krijgen van vitamine D-tekort?
Vermoeidheid –
Vitamine D-tekort komt vaak voor en wordt geassocieerd met vermoeidheid en andere niet-specifieke symptomen zoals hoofdpijn, musculoskeletale pijn, zwakte, depressie en cognitieve stoornissen. Een lage vitamine D kan botafwijkingen veroorzaken, zoals osteomalacie, osteopenie, osteoporose en spierkracht aantasten waardoor mensen extreme vermoeidheid ervaren.
-
Welke maanden vitamine D innemen?
3. In welke periode van het jaar neem je het best vitamine D in? – In principe mag je vitamine D het hele jaar door innemen. Heel wat Belgen kampen immers doorheen het hele jaar met een vitamine D-tekort. Tijdens de late lente en de zomer maak je op een natuurlijke manier voldoende vitamine D aan voor die dag, maar daarmee haal je het opgelopen tekort van in de winter nog niet in.
Hoe heet de ziekte die ontstaat bij onvoldoende vitamine D?
Wat is het? – Rachitis (of ook nog ‘Engelse ziekte’ genoemd) is een stoornis van de botvorming bij kinderen, meestal als gevolg van een vitamine D-tekort, Een vitamine D-tekort wordt veroorzaakt door onvoldoende blootstelling aan zonlicht, onvoldoende inname van vitamine D of door onvoldoende opname van vitamine D door het lichaam.
- Vitamine D en calcium zijn onmisbare elementen in het verkalkingsproces van nieuw gevormd bot.
- Dat proces zorgt ervoor dat de botten ‘verbenen’.
- Verloopt dat verstoord, dan krijgen kinderen een brozer beendergestel, met botvervormingen en -afwijkingen (van groeischijven en boteinden t.h.v.
- De gewrichten).
Typisch hangt dit vaak ook samen met stoornissen van de tandvorming, In zeldzame gevallen liggen een verstoorde vitamine D-huishouding, bepaalde geneesmiddelen (zoals anti-schimmelmedicatie) of een fosfaattekort aan de oorsprong van deze botziekte. De volwassen vorm van rachitis noemt men osteomalacie.
kinderen tot 6 jaar die geen vitamine D-supplementen krijgen;kinderen met een melkallergie ;kinderen of adolescenten die teveel sitzitten;kinderen met een donkere huid (en dus een grotere behoefte aan vitamine D) die in landen wonen waar minder zonlicht is.
Hoe hoog moet de waarde van vitamine D zijn?
Hoeveel vitamine D heb je nodig? – Voor iedereen geldt een aanbevolen dagelijkse hoeveelheid van 10 microgram vitamine D. Alleen mensen van boven de 70 moeten 20 microgram per dag binnen krijgen. Veel mensen krijgen via de zon en voeding voldoende vitamine D binnen om aan 10 microgram per dag te komen.
Het advies is om in het voorjaar, de zomer en het najaar elke dag een kwartier tot een half uur tussen 11.00 uur en 15.00 uur met in ieder geval je hoofd en handen onbedekt in de zon te zijn. Wanneer een groter deel van het lichaam wordt blootgesteld, volstaat kortere tijd. Je lichaam maakt dan vitamine D aan en legt een voorraad aan.
In de wintermaanden staat in de Nederland de zon te laag om vitamine D aan te maken. Je gebruikt dan de voorraad die je hebt aangelegd. Daarnaast krijg je vitamine D binnen als je eet volgens de Schijf van Vijf, met in ieder geval halvarine of margarine, vloeibaar bak- en braadvet en vette vis.